Tanzania heeft circa 54 miljoen inwoners die van oorsprong afstammen van 120 verschillende volkeren. Zij kwamen van oorsprong uit West- en Noord-Afrika en hebben vele verschillende achtergronden. Toch leven zij vreedzaam naast elkaar, met dank aan de eerste president Nyerere die het nationale gevoel boven het belang van de stammen stelde. Hij zorgde er ook voor dat het Swahili de nationale taal van Tanzania werd.
De bevolking van Tanzania stamt af van zo’n 120 stammen en er is niet één stam die verreweg het grootste deel van de bevolking vormt. De grootste stam maakt slechts een kleine 15% van de bevolking uit. Dit zijn de Sukuma, die vooral in het noorden van Tanzania wonen en nog veelal van landbouw en veeteelt leven.
Ook de Maasai vind je in Tanzania, waar zij net als in Kenia te herkennen zijn aan hun kleurrijke kleding. Tijdens je reis zul je kennismaken met verschillende volkeren en je gids kan je er veel over vertellen.
De verspreiding van de Tanzaniaanse bevolking is niet gelijkelijk verdeeld over het land. De dichtstbevolkte gebieden zijn de kustgebieden, de grotere steden en het gebied rond Lake Victoria. Toch woont slechts 34% van de bevolking in de steden. De meeste mensen wonen nog steeds op het platteland en houden zo vast aan hun oorspronkelijke manier van leven, gebaseerd op landbouw en veeteelt. Sommige gebieden van Tanzania, de minder vruchtbare gebieden, zijn zeer dunbevolkt.
Tanzania heeft een afwisselend landschap. Dit maakt een safari rondreis des te mooier en interessanter. Je zult tijdens je safari hoogstwaarschijnlijk kennismaken met de uitgestrekte savannes en graslanden die zo kenmerkend zijn voor bijvoorbeeld de Serengeti. Maar je vindt in Tanzania ook berglandschappen, kraters en meren.
Great Rift Valley
Een deel van het landschap van Tanzania is gevormd door de Grote Slenk of de Great Rift Valley, een gebied waar de tektonische platen heel langzaam uit elkaar bewegen. Dit gebied wordt gekenmerkt door heuvels, gedoofde vulkanen en meren. De Ngorongoro krater is hier een voorbeeld van, maar ook een groot aantal meren zoals Lake Victoria, het grootste zoetwatermeer van Afrika, Lake Taganyika, Lake Manyara en Lake Natron.
Kilimanjaro
Reis je in het noorden van Tanzania, dan kun je bij helder weer genieten van het uitzicht op de hoogste berg van Afrika: de Kilimanjaro. De top is bedekt met eeuwig sneeuw, wat een schitterend plaatje oplevert met de savannes op de voorgrond.
Zanzibar
Zanzibar is eigenlijk een archipel bestaande uit 3 grotere eilanden: het hoofdeiland Unguja en de kleinere eilanden Pemba en Mafia. Verder liggen er nog een heel aantal kleine eilandjes. Het landschap van Unguja is overwegend vlak met in het midden en in het westen van het eiland wat heuvels. Met name in het noorden en oosten van het eiland vind je de paradijselijke, witte stranden.
Tanzania is gezegend met een fascinerend arsenaal aan dieren die nog vrij in het wild leven. Het land kent daarom vele nationale parken en reservaten om de habitat van deze dieren te waarborgen. Op safari proberen de meesten de Big 5 te spotten, bestaande uit de leeuw, luipaard, neushoorn, olifant en buffel. Maar ook de cheeta, giraf, zebra, gnoe, antilope, krokodil, zwijn, hyena en nijlpaard zijn graag geziene dieren tijdens een safari. Je vindt ook een aantal hele bijzondere dieren in Tanzania. Zo kun je bijvoorbeeld de zeldzame wilde hond te zien krijgen. En in Lake Manyara vind je leeuwen niet alleen maar op de vlaktes, maar kun je ze ook in een acaciaboom aantreffen! Het land heeft ook een enorme vogelpopulatie, die je vindt in vele soorten, groottes en kleuren.
Tanzani staat niet bekend om de lokale keuken. Als toerist eet je vaak in de hotels en lodges, vooral tijdens een safari, en daar is het eten aangepast aan de internationale toerist. Toch vind je ook hier nog wel eens lokale gerechten.
Een Tanzaniaans gerecht is ‘ugali’. Dit is een soort pap gemaakt van mais of cassave en wordt vaak geserveerd met een saus en vlees, vis of bonen. Groenten is schaars in de lokale keuken. De lokale groente is mchicha, een soort andijvie-spinazie. Fruit is wel goed voorradig. Je krijgt dan ook vaak gerechten met banaan en/of kokos.
Tanzania ligt dicht bij de evenaar en heeft daardoor een tropisch klimaat met een gemiddeld verschil tussen de hoogste en de laagste temperatuur van niet meer dan vijf graden. Het kustgebied is bijna het hele jaar door warm en vochtig met temperaturen tussen 22 en 30°C en een luchtvochtigheid tussen 75 en 80%.
In bergachtige gebieden, waaronder de Kilimanjaro, het Usambara-gebergte en de noordelijke en zuidelijke hooglanden, kan de temperatuur in de periode mei-augustus tot 12°C zakken. In het bergland komt ook regelmatig nachtvorst voor, en de top van de Kilimanjaro is altijd bedekt met sneeuw en ijs.
De warmste tijd van het jaar is over het algemeen oktober tot februari; het koelst is de periode juni tot en met oktober. Op sommige plaatsen in het binnenland kan de temperatuur echter tot meer dan 40°C oplopen.
