Vietnam grenst in het noorden aan China en strekt zich in een lange S-vorm uit tot aan de monding van de Golf van Thailand, ongeveer 1600 kilometer zuidelijker gelegen. Het oosten grenst aan de Zuid-Chinese Zee, het westen aan Laos (noordwesten) en Cambodja.
In het Zuiden van Vietnam splitst de Mekong zich in negen armen die in de Zuid-Chinese zee uitmonden. Deze Mekong Delta wordt door de bijgelovige Vietnamezen ook wel “de rivier van de negen draken” genoemd. De grond is hier vruchtbaar, het gebied wordt dan ook de ‘rijstmand’ van Vietnam genoemd. In het Zuiden vind je ook de stad Ho Chi Minh City (voorheen Saigon), de economische hoofdstad van Vietnam en het symbool voor een verenigd Vietnam.
Centraal Vietnam is op cultureel gebied zeer interessant vanwege de sporen uit de Champa-dynastie. In dit tijdperk, dat van de 3e tot de 14e eeuw duurde, beheersten de Cham centraal Vietnam. Dit volk, dat zijn roots vooral in Indonesië had, was voor een groot deel Hindoeïstisch. Met name rond de steden Nha Trang en Hoi An, zijn er prachtige bouwwerken en monumenten uit dit tijdperk terug te vinden. Hué is de stad waar de Vietnamese cultuur zijn oorsprong kent en waar deze het best bewaard is gebleven. Het was de keizerlijke hoofdstad in de Nguyen dynastie van 1802 tot 1945.
De mooiste strandbestemming in Centraal Vietnam is zonder twijfel Nha Trang. Hier geniet je van rust onder een parasol op één van de rustige goudgele stranden of vaar je met een boot naar één van de onbewoonde tropische eilandjes langs de kust om met snorkel of duikpak van het schitterende onderwaterleven te genieten.
Halong Bay, in het Noord Oosten van Vietnam is sprookjesachtig mooi met bijna 2000 kalkstenen eilandjes die uit de kraakheldere zee oprijzen. Tijdens een boottocht door de mysterieuze landschap waant u zich in een compleet andere wereld.
In het uiterste Noorden maakt u kennis met het ruige Vietnam. Hier bevindt zich een berglandschap waar het in de zomer koel en in de winter koud is. In dit indrukwekkende landschap leven vele bergstammen die elk hun eigen tradities en gebruiken in leven houden.
Vietnam heeft de op elf na grootste bevolking ter wereld. Meer dan driekwart van de mensen woont en werkt op het land. De etnische Vietnamese (Vit) vormen de grootste bevolkingsgroep (bijna 90 %). De bevolking bestaat verder onder andere uit Chinezen, Thai en Khmer.
Met name de Vietnamezen die tijdens de oorlog voor de Amerikanen werkten, houden zich liever wat afzijdig van toeristen. Doorgaans zul je echter hartelijk ontvangen worden. Studenten praten graag met buitenlanders om hun Engels of Frans te oefenen. De persoonlijke vragen die zij je ongetwijfeld zullen stellen, naar jouw leeftijd, salaris of burgerlijke staat, zijn heel gebruikelijk in Vietnam.
Volwassenen groeten bekenden vaak op de traditionele manier: zij drukken hun handen tegen elkaar aan voor hun lichaam en maken een lichte buiging.
Het eten in Vietnam is lekker en goedkoop. Er zijn ongeveer 500 traditionele gerechten, keus te over dus. Ook Frans eten is vrijwel overal verkrijgbaar, waaronder lekkere stokbroodjes met paté, spek, groente en pepers. Op straat staan veel stalletjes met etenswaar en snoepgoed: gebakken zoete aardappels en bananen, pasteitjes, zoete soepen gemaakt van fruit met kokosmelk, vers fruit en nog veel meer.
Thee en koffie worden het meest gedronken. Frisdranken, bier en sterke drank zijn overal verkrijgbaar. Drinkwater is in flessen te koop, water uit de kraan is niet voor consumptie geschikt.
Het landschap van Vietnam is zeer divers. Bergen, rivieren, rijstvelden, jungles en overige natuurgebieden kun je in dit land aantreffen. Ondanks dat de oorlog met de VS een behoorlijke impact heeft gehad is er nog vele ongerepte natuur bewaard gebleven. Voor de kust van Vietnam liggen talloze eilanden, waarvan sommige onbewoond.
Het landschap kan grofweg in drie regio's worden ingedeeld: Rode- Rivier delta in het noorden, de bergketen en de laagvlaktes langs de kust en het midden en de Mekong- delta in het zuiden.
Vietnam kent een grote rijkdom aan plantensoorten. Er zijn meer dan 12.000 verschillende soorten te vinden, waarvan bijna de helft nog ‘onontdekt' is en nog geïdentificeerd moet worden. Er zijn volop orchideeën, palmbomen en bamboeplanten.
Vanwege de verschillende hoogtes en klimaten in het land zijn er meer dan bijna 300 verschillende soorten dieren, meer dan 800 vogels en zo'n 180 reptielen. Net als bij de planten geldt dat er nog steeds nieuwe soorten worden ontdekt. Apen kom je in bijna elk bos tegen en als je geluk hebt, zie je ook beren, herten en krokodillen.
Het klimaat vertoont regionale verschillen. In het noorden is er de seizoenswisseling tussen koel en warm. Koel is het in de winter, dat wil zeggen in de maanden november - maart, warm in de zomer, de maanden april - oktober. Tyfonen en zware regens vanuit de Zuid-Chinese Zee komen in de zomer sporadisch voor. In februari en maart is er de "crachin", in dit geval bestaat er een kans op aanhoudende motregen.
Verder naar het zuiden is het vochtiger, zijn de temperaturen gemiddeld hoger en zien we een seizoenswisseling tussen nat en droog. Het groene seizoen duurt van mei tot november (er zijn dan korte tropische buien), het droge jaargetijde van december tot april.
