De oorspronkelijke inwoners van Zuid-Afrika; Hottentotten, Bosjesmannen, Zulu's en de diverse Bantoevolken hadden voor de komst van de blanken ieder hun eigen inheemse religies.
Vruchtbaarheidsrituelen, oogstrituelen, voorouderverering en het heilige geloof in het bestaan van hogere machten en krachten zijn gemeenschappelijke kenmerken. Eind 20e eeuw zou zeker nog een kwart van de zwarte bevolking deze religies aanhangen. Inyanga's en sangoma's, traditionele Afrikaanse genezers, spelen, zelfs in de grote steden, nog steeds een belangrijke rol in de cultuur en de religieuze leefwereld van de zwarte Zuid- Afrikanen.
In Zuid-Afrika zul je verast worden door de enorme verscheidenheid qua gerechten en uitstekende kwaliteit.
Door de bewogen geschiedenis van het land zijn de culinaire grenzen vervaagd. Naast de autochtone volkeren in Zuid-Afrika, zoals de Khoisan en de zwarte bevolkingsgroepen uit het noorden en oosten - zijn in de loop van de eeuwen immigranten het land binnengekomen vanuit Azië en Europa. Allemaal brachten ze hun eigen eetgewoonten en cultuur mee.
Deze verscheidenheid aan tradities zie je terug op het menu van de Zuid-Afrikaanse keuken. Zo kom je Hollandse stamppotten tegen, maar met toevoeging van kruiden zoals, kruidnagels, pepers en kaneel. Ook gebak en zoete toetjes worden verrijkt met bepaalde specerijen uit het oosten van de wereld. Uit Maleisië komt de rijsttafel, de gebakken pisang (banaan), sosatie (saté) en bobotie (vlees in pikante kerrie saus).
De Indiërs zorgden voor de hete kerrieschotels en samosa’s. De Hugenoten maakten de heerlijkste wijnen, de vruchten en jams en de pasteien. De zwarte bevolking bracht de biltong (gedroogd vlees), gekookte groenten en de dikke maïspap mee. De beroemde rooibos thee groeit oorspronkelijk alleen in het Ceder gebergte. Uiteindelijk kun je al deze gerechten proberen tijdens je reis door Zuid-Afrika, waarbij de Zuid-Afrikaanse ‘braai’ (barbecue) zeker niet overgeslagen mag worden.
Zuid-Afrika heeft deels halfwoestijn en deels een subtropisch klimaat (langs de kust). Over het algemeen heeft het land een warm klimaat met weinig neerslag en veel zon. Het kent echter wel grote temperatuurverschillen tussen noord en zuid vanwege hoogte verschillen. Langs de zuidwest kust is het natter in de winter met temperaturen van 12 tot 18 graden. In de zomer is het droger met een graad of 28 °C. In het Kruger Park (noordoost) heerst een subtropisch klimaat met hele hete natte zomers en droge warme winters. Hierdoor is het park het hele jaar te bezoeken.
Zuid Afrika is voor Afrikaanse begrippen gezegend met een gematigd klimaat met veel droge en zonnige dagen. De hoogteligging en nabijheid van de oceanen beïnvloeden het klimaat. Door de ligging op het zuidelijk halfrond, zijn het seizoen in zuidelijk Afrika omgekeerd aan dat van Nederland.
De zomer, eind november tot maart, betekent regen en mist in bepaalde gebieden en in de laaggelegen gebieden soms zeer warme dagen. Langs de Indische Oceaan kan het zwoel en tropisch zijn, met een hoge luchtvochtigheid. De regen valt in de zomer vaak in korte hevige buien, waarna de zon weer snel schijnt. Het is een groot land en dus grote verschillen per regio! In Eswatini (voormalig Swaziland) en Lesotho kan het hevig onweren in de zomer.
De winter, juni tot september, is koeler en droger, dus ideaal om te wandelen en buitensport activiteiten te ondernemen. Doordat de vegetatie dunner is en dieren drinken bij rivieren en andere vast waterplaatsen, is dit ook de beste tijd voor om wilde dieren te spotten! In de oostelijke hooglanden kunnen de nachten koud zijn en kan het zelfs vriezen. Neem dus een warme jas mee. Kaapstad is in deze periode juist relatief nat. Het regenpatroon van Kaapstad is omgekeerd aan de andere grote steden.
De lente, midden september tot november, en herfst, april en mei worden beschouwd als de beste reistijd. In het Zuid-Afrikaanse voorjaar is de noordelijke kaap bezaaid met wilde bloemen en is een spectaculair gezicht.
