Alice Springs

Waarom ligt er een plaats als Alice Springs midden in de rode woestijn? Al ongeveer 30.000 jaar wonen hier de oorspronkelijke bewoners, de Arrernte. Pas zo'n 160 jaar geleden arriveerden de eerste Europeanen, toen hier een telegraafstation werd gebouwd voor de telegraaflijn tussen Adelaide en Darwin. Langzaam groeide het uit tot een klein dorpje, dat na de Tweede Wereldoorlog veranderde in een stadje. Vroeger reisde men vooral per kameel, geleid door immigranten uit Pakistan, die ‘Afghans’ werden genoemd. Later werd er een spoorlijn aangelegd en de trein, de Ghan, is naar hen vernoemd.

Tegenwoordig is Alice Springs afhankelijk van toerisme. Het stadje wordt vaak gebruikt als startpunt voor een bezoek aan het Uluru-Kata Tjuta National Park en Kings Canyon. Toch heeft Alice Springs zelf ook interessante bezienswaardigheden. Er wonen nog steeds verschillende gemeenschappen van de oorspronkelijke bewoners in en rondom de stad. Dit zie je bijvoorbeeld in de kunstgaleries in het centrum, waar First nations kunstenaars hun schilderijen tentoonstellen en verkopen.

Pioniers en historie

Alice Springs is een stadje vol pioniersverhalen. Het oude telegraafstation, waarmee het stadje begon, staat er nog steeds en is nu te bezoeken. Hier krijg je een goed beeld van de geschiedenis van Alice Springs en de eerste Europeanen die zich hier vestigden. Een andere belangrijke pionier was dominee John Flynn, die zich inzette voor de mensen in de afgelegen gebieden die nauwelijks medische hulp hadden. In 1928 richtte hij de Australian Inland Mission Aerial Medical Service op, later bekend als de Royal Flying Doctor Service. In 1939 werd de basis in Alice Springs geopend, en in het bezoekerscentrum kun je meer leren over deze levensreddende dienst.

In Alice Springs werd in 1951 ook de eerste School of the Air opgericht. Via de radio kregen kinderen die in de outback woonden en niet naar school konden, les. Deze school bestaat nog steeds, maar de lessen worden nu via het internet gegeven. Je kunt de school bezoeken, die een paar kilometer buiten het centrum van Alice Springs ligt.

Anzac Hill en de dieren van de outback

Voor een prachtig uitzicht over de stad en het omliggende landschap, met de MacDonnell Ranges op de achtergrond, kun je Anzac Hill beklimmen. Wil je de bijzondere dieren zien die in de woestijn leven? Bezoek dan het Alice Springs Desert Park, waar je onder andere de indrukwekkende roofvogels van Australië kunt bewonderen. Of ga langs bij het kleine maar boeiende Alice Springs Reptile Centre, waar je slangen, hagedissen en varanen van dichtbij kunt zien.

Musea

Daarnaast zijn er twee geweldige musea. In het Museum of Central Australia leer je alles over de natuurgeschiedenis van Centraal-Australië en er is ook een interessante tentoonstelling over het leven van de oorspronkelijke bewoners. Of breng een bezoek aan het Central Australia Aviation Museum, waar je in een hangar verschillende vliegtuigen kunt zien, waaronder enkele die door de Royal Flying Doctor Service werden gebruikt of tijdens de oorlog dienst deden.

MacDonnell Ranges

Rondom Alice Springs liggen de indrukwekkende MacDonnell Ranges, die je in twee delen kunt verkennen: de East MacDonnell Ranges en de West MacDonnell Ranges. In beide gebieden vind je ruige bergen, verborgen kloven, bijzondere rotsformaties, unieke dieren en first nations cultuur. Er is geen openbaar vervoer, maar je kunt tours boeken of een huurauto nemen om er naartoe te gaan. In de West MacDonnell Ranges vind je de Larapinta Trail, een van de bekendste lange wandelroutes van Australië. Ideaal voor wie van een uitdaging houdt.

Een unieke ervaring is om in deze omgeving een luchtballonvaart te maken en zowel de MacDonnell Ranges als de rode woestijn van bovenaf te bewonderen.